…weggaan…

Er bestaan wel sappige gedichten over dit thema maar de werkelijkheid kan veel aangrijpender zijn, zonder mooie woorden… 

Als jij weggaat weet ik dat het goed is. Doe maar dansen, doe maar zingen en genieten. Ik weet dat je dit zo nodig hebt en hoe zeer je het verdiend met je harde werken en mantelzorgen. Oké, je gaat elke dag weg, maar dat is anders. Dan haal je je werk op, om die dag te kunnen werken en kom je weer terug naar het werkveld. Zo lang ik het kan fiets of loop ik zelfs naar je toe om je te zien werken bij al onze potige vriendjes.

Op de volg-app, volg ik je ritjes en kan dan altijd zien waar je rijdt, welke route je neemt en wie er aan de beurt is om bij je in de kooi te springen. Als ik zie dat je weer terug in de buurt bent, hoepel ik naar het hek om door de kieren te kijken als je langs rijdt. Allemaal niet ter controle maar om mijn hart extra huppeltjes te laten maken en mijn voel te voelen over jou.

Tegen de tijd dat je weer naar huis zult komen, kijk ik alsmaar op de volg-app en kan ik niet wachten je weer te zien rijden.

Maar bij “anders” weggaan is het anders. Heel anders! Want dan spelen er andere dingen en andere emoties, ook wel angsten genoemd. Nou niet “genoemd” maar werkelijke angsten, mijn angsten…

Je gaat een weekend weg, alles heb je keurig netjes geregeld: het huishouden, mijn verzorging en ons bedrijf, dat is geweldig omdat onze situatie nou eenmaal zo is. Ik kan niet mee en wil ook niet mee. Ik heb zat aan onze honden en ben te beperkt om ver op pad te gaan. Ja hoor ik red me wel en je hebt wat extra hulp voor me geregeld, daar mankeert het ook niet aan.

Maar “zien we elkaar ooit nog terug” is de niet tegen te houden vraag. Ben ik er nog wel als jij terug komt? Kom jij nog wel terug bij mij en de hondjes? Niet dat je weg zult blijven maar er kan iets gebeuren dat je niet meer terug komt. Niet dat ik weg wil of er niet meer wil zijn maar er kan iets gebeuren dat ik er niet meer ben als jij terug komt.

Een afwijkend gevoel in mijn lijf kan de trigger al zijn om mijn angst verder te voeden. Flitsen als “niet meer reanimeren” en/of “het hoeveelste CVA zit ik nou weer te doorleven” zorgen acuut voor vertwijfeling. Geestelijk gestoord, oftewel m’n hersens in de war doet me vrijwel dagelijks de ambivalente strijd leveren tussen geluk en ongeluk, tussen leven en het einde daarvan.

Het zijn de energie vretende vraagstukken als restverschijnsel van mijn huidige dagelijks leven, onder het motto: weggaan is kwijt zijn. Dit wordt ongevraagd toegevoegd aan de zorgen over hetgeen ons momenteel bedreigt en de toestand in de wereld, en maakt geluk veel minder gewoon.

Kom maar “gewoon” weer terug, dan is het goed…