…nagelbijten…

Datum weet ik niet meer maar wel zomer, kort voor de bouwvakvakantie, heel lang geleden, ik was rond de 16-17 jaar. 

Van kind af aan heb ik nagels gebeten, sterker nog, halve vingers vrat ik op.

In die tijd werkte ik als grondwerker bij een bedrijf in Gouda wat zich bezig hield met onderhoud van wegbermen en sloten. Hele dagen buiten, vieze handen en ‘s avonds moe, zeg maar kapot.

Blijkbaar dé ingrediënten om rustiger te worden en zelfs het kluiven achterwege te laten. Zowaar zagen de vingertjes er keurig uit na jaren.

Totdat we op die zomerse dag aan het werk waren en van dichtbij een hoop lawaai en schurend metaal op ons af hoorden komen….

Vlak naast ons vloog een auto van de snelweg af, de bosschages in.

Wij, en bloc, er heen gerend troffen een totaal vernielde auto aan waaruit stilte, stinkende rook en gehuil ons tegemoet kwam.

Er was geen gsm zoals nu waarmee je onmiddellijk de hulpdiensten kon bellen en we schreeuwden naar automobilisten op de vluchtstrook bij de volgende benzinepomp te bellen om hulp.

We hebben ons best gedaan en geprobeerd het gezin, waarvan ik de naam nooit meer zal vergeten, uit de auto te krijgen. Ik herinner me dat ik uit een kapot raam een klein jongetje naar buiten haalde, wat compleet onder het bloed zat en hard huilend alsmaar naar zijn hoofd greep.

Ik ben met hem in het gras gaan zitten en kon niet veel meer doen dan zijn handjes vasthouden en wachten, terwijl mijn collega’s de anderen uit de auto hielpen.

Tegenwoordig weet je dat je alles moet laten zo je het vindt tenzij er brand uitbreekt of men in de water terecht komt.

Ook zijn de hulpdiensten sneller, veelvuldiger en geavanceerder ter plaatse om professioneel te helpen.

Broeders kwamen met een simpel snelverband op de verwondingen van het jongetje en werd ik door de politie met kind en al in de ambulance gezet met de opdracht te voorkomen dat het kind aan de verwondingen zou zitten.

Met politie begeleiding naar het ziekenhuis in Gouda gesneld, met in mijn armen een jongetje dat steeds stiller en slapper werd…

Aangekomen bij het ziekenhuis het inmiddels overleden kindje aan een zuster gegeven en naar de straat gelopen om te wachten tot ik opgehaald werd. Ontdaan en vertwijfeld door deze bizarre gebeurtenis.

De nacht daarop amper geslapen en alsmaar die geuren en beelden herbelevend. De volgende dag weer “gewoon” aan het werk, ook op de plek van dat ongeval. Het werd een andere dag dan anders met ook veel praten over wat we hadden beleefd.

Na enkele dagen zeiden de mensen in mijn kosthuis dat ik op mijn nagels zat te bijten… Dat doe ik tot op de dag van vandaag.

Vele jaren daarna steeds als ik weer langs die plek kwam, in ‘n flits gedacht aan wat daar gebeurde.

De sirenes en berichten van een dramatisch auto ongeval hier in de buurt, bleken deze ervaring weer tot leven te roepen.

Geen last meer van hoor, maar het zit er nog wel.

Dit verhaal heeft op zich niks met mijn ziekte te maken, maar sinds mijn CVA “verblog” ik mijn geschiedenis.