…bruistablet…
Het is alom bekend dat m’n leven wel ietsiepietsie is veranderd door die reeks van zuurstofarme hersenspinsels.
Fysiek het meest zichtbaar mentaal het meest voelbaar, hoewel wrakkemikkigheid best een pijnlijke aangelegenheid is.
Vol met beperkingen en dingen die ik niet meer kan, probeer ik het door de omgeving steevast geadviseerde “kijk eens wat je nog wel kan” te omarmen…
Het andere fenomeen van mijn huidige verschijning, mijn geest zeg maar, heeft zich ook aangepast aan m’n nieuwe leven. Of misschien altijd wel zo geweest, wellicht valt het me nu meer op. M’n kop is ‘n bruistablet, een denktank, ‘n massa hysterie en ’n sprookjesbos en strookt absoluut niet meer met wat het bijbehorende lijf nog kan.
Ondersteund door hulpmiddelen rondstrompelen is zeer vermoeiend, zo ook het hebben van NAH in het algemeen is om doodmoe van te worden, daar staat deze ziekte gelukkig ook om bekend, anders gelooft niemand me.
Maar in m’n bovenkamer nog alles op orde hebben vreet ook energie hoor. Een combinatie van creativiteit en gedrevenheid maakt al snel overuren met denken, willen en zelfs moeten. ADHD zou je kunnen zeggen maar ik vind dat je de aard van mijn beestje geen etiket op moet plakken.
“Waar een wil is, is een weg” luidt een gevleugelde uitspraak… Tja, maar ik kan die weg zelf niet aanleggen, laat staan bewandelen. Een groot deel van wat ik wil doe ik dus maar weer weg, al blijft dat latent aanwezig natuurlijk.
Oké, ik ben blij wat ik nog kan! Soort van dolgelukkig zelfs! Maar voor de manier waarop ik alles in de praktijk breng moet ik mijn stinkende best doen dat ook positief te blijven benaderen. Immers, als ik vroeger in mijn roemrijke en gezonde leven iemand bezig zag op de manier waarop ik momenteel m’n dingen doe, was ik op slag klaar met die prutser,
Traag, onhandig, omslachtig en veelal vol schoonheidsfoutjes, nou zeg maar gerust onbegrijpelijke miskleunen. In de tijd dat ik zelf alles perfect deed zonder fouten (…), beoordeelde ik ’n “kluns” al snel met de combinatie van: dom, blind, doof en lui.
Dan kom ik nu toch wel in gevecht met Karma hoor (is dat nou die “bitch”?, want de figuur van vroeger deed wat ie kon, niet zelden ook nog vol overtuiging… en ik doe in mijn huidige situatie wat ik kan, eveneens vol passie en het resultaat is wat het is. Dus tja, dat etiket “kluns” is wel heel kort door de bocht geweest.
Vast van plan door te gaan met wat ik momenteel wil en kan, moet ik wel de dagelijkse frustratie van m’n beperkingen voor lief nemen. Tot op zekere hoogte lukt dat ook wel maar als er anderen of omgeving bij betrokken zijn zet ik de bedoelde frusties niet zelden om in koeterwaalse krachttermen en gevloek. Helpt geen reet, maar dan weet die ander tenminste dat het mij ook tegenvalt.
Met alle goed (en therapeutisch) bedoelde dagbesteding in hapklare stukjes te verdelen, blijft het moeilijk om maar ’n half uurtje aan iets te kunnen werken, dan is het weer op… De extra opgelopen mankementen waaronder ’n lekke stemband, slikverlamming en afwateringsgezeik waardoor ik ’n grootverbruik abonnement op kamer 100 moest afsluiten, versnellen het moe, moeder, moest proces met als gevolg; onvoldaan uitrusten van het karwei en dagdromend het teveel aan idee-fixe een stuk de toekomst in zien te schuiven.
Wat een verhaal, wat een gedoe. Hoe pijnlijk en vermoeiend allemaal. Ikke zielig…? Je zou het haast denken, maar als ik het uiteindelijke resultaat van mijn “therapeutische” korte uurtjes bij elkaar optel, word ik toch gevuld met de trots van doorzetten en tevredenheid over m’n schepsels. Het houd me van de straat al is de manier waarop nog wel een dingetje!
…dat dan weer wel…