…afhankelijkheidsdag…

In mijn arbeidzame, druktemakers leven was de combinatie “koek en ei” aan de orde van de week. Afgewisseld met ‘n onvermijdelijke dosis ongein was de samenwerking tussen geest en lichaam van dusdanige kwaliteit dat ik alles kon.

Nou ja in elk geval deed of probeerde. Wat ik bedacht dat ging ik maken, wat ik wilde ging ik doen. Zelfstandig, onafhankelijk en niet zelden onbesuisd door het impulsieve er van, maar het ging zo en soms ook lekker fout. Wat ’n vrijheid zeg, wat ’n geluk ook al speelde ongeluk me ook vaak parten.

In lengte van jaren heb ik dit vol kunnen houden. Gedreven door inspiratie, passie en creativiteit maakte ik mijn wereld mooier. In andermans ogen wellicht perfectionistisch, al vond ik het eindresultaat dat niet altijd,(dus).

Bij vervelend ongemak, ziekte of ongeval lag ik en alles even stil, althans lichamelijk. Want als ik niet in coma lag ging mijn denken net zo lang door tot mijn doen het ook weer deed.

En dan zomaar op enig moment, op weg met wat honden voor een heerlijke avondwandeling… Het begin van de alles is anders show. Klein ongemak in m’n hersens, met sinds dat moment onvoorstelbare gevolgen.

Ineens is niets meer wat het was, kan niets meer zoals het kon en gaat niets meer zoals het altijd gegaan was. Weliswaar niet dood, maar wel nog slechts half levend. Dat is een klap voor mij en de wereld om mij heen.

Ziek, verlamd, verdrietig en wanhopend eerst maar ‘n paar maandjes bijkomen en geloven in herstel. Er dansten zoveel witte poppetjes rond m’n bed dat enig geloof wel gerechtvaardigd was. Ze hebben hun best gedaan hoor, daar niet van, maar dat er iets met me is blijft met je ogen dicht nog zichtbaar.

Als wandelend lidteken van wat hersenschade, laat ik zien een ander mens te zijn geworden. En zo voel ik me dan ook. Omdat voorbereidend denken en uitvoerende motoriek uit elkaar zijn gegroeid leef ik met m’n neus op de tegenstelling van afhankelijkheid en onafhankelijkheid.

In mijn nieuwe leven is mijn onafhankelijkheid verworden tot; zelf denken, computeren, op-telefoneren, wc dingen doen, honden aaien en het onderdrukken van ontevredenheid.

De ADL begint natuurlijk bij het opstaan. Dat gaat nog net en zeker als ik me aan de vitrage omhoog trek. Maar dan het aankleden… daar ben ik minder handig in geworden. En het is wat vreemd om in mijn nachtpon en blote kalknagels op m’n WMO bike naar de bakker te fietsen voor krentenmik. Dan zit ik zo op de gesloten afdeling van “Grijsoord” ben ik bang.

De logische afhankelijkheid van m’n mantelmoppie om me in mijn dagpon te hijsen, valt mij op ‘n enkele dag wel zwaar. Maar zo ook bij vele andere dingen, waarbij alleen mijn geest nog weet wat zijn lijf zelf allemaal kon, neemt vernederende afhankelijkheid alle lijfelijke pijn weg. Afhankelijk van derden, bij bijna alles in het persoonlijk dagelijks leven en ook bij de bedrijfsvoering van onze onderneming. Daar wordt ik stil van, want wat kan ik er van zeggen. Het is zo het is en daar moet ik het mee doen.

Denken blijf ik doen, zolang er nog genoeg zuurstof voor is en aan doen blijf ik denken, alleen maar denken en soms wat wensen of toch maar wat doen…