…het zakmes…

Dan denk je natuurlijk gelijk aan die typisch Nederlandse film met o.a. de geheime brief van Mees voor vriend Tim; 

“Vór Tóm. Ok hóp jó mós. Ok góf hót tróg. Dót mót.Ból mó óp. Ok bón jó vrónd. Mós…”.

Maar ik had zelf ook ooit een zakmes, mijn levens-mes… Huh? Levens-mes?  Ja… een mes wat ik een belangrijk deel van mijn leven dagelijks bij me droeg, in een foedraal aan mijn riem. Ik ging niet zonder dat op pad.

Bij het vele klussen en bij vrijwel al onze bedrijfsactiviteiten, maar ook tijdens de intensieve jaren als piloot bij een zweefvliegclub.

Een duur kleinood (Leatherman), bestaande uit ’n veel gebruikte gereedschapskist in een notendop. Het hielp me dagelijkse pechjes op te lossen en anderen een handig dienstje te bewijzen.

Dat hebbeding zag ik voor het laatst vanuit m’n trillende ooghoeken (nystagmus) toen de hulpdiensten me uit de auto plukten om me met mijn CVA. snel naar de ziekenboeg te toeteren.

Wel nog ooit nog aan gedacht, maar nooit meer nodig gehad.  In de vergetelheid geraakt omdat inmiddels andere dingen belangrijker waren.

Nu jaren verder en na intensieve strijd om wonen en gezondheid ons geluk lijkt weer te keren, pakken we het resterende deel van onze verhuizing uit en wat uit nood naar de opslag moest, kan nu deels plaats krijgen in ons nieuwe paleisje.

Een respectabele zooi waar het begrip “ontspullen” maar snel op moet worden toegepast. En ja hoor, ’n stukje geschiedenis weet me ook nu weer te raken. Bij het openen van kratten uit onze voormalige werkplaats schoot ik namelijk vol… Brok in m’n keel, diepe zucht en pas de deux…

Daar lag het ineens… alsof ik het gisteren had afgedaan, reminiscentie in een prachtig foedraal:

…mijn zakmes…

Ik laat je nooit meer in de steek.