…blaas vaak…
Was het maar ‘n schrijffout… want met die zand strooiende gnoom was ik doorgaans dikke maatjes, ook sinds mijn ineenstorting.
Wat ooit zo’n grappige afkorting leek in hotel de witte jas, UWI, blijkt zich nu toch bij herhaling te manifesteren in forse aanvallen van blaasontsteking. En omdat ik bij eerdere gelegenheid voor CVA’s gekozen had, pakt dat een stuk harder uit;
Koorts, pijn, koud, rillen, moe-moeder-moest, nauwelijks meer kunnen lopen en blokkades in een pijnlijk afwateringssysteem. Dus ‘n totaalpakket aan blaas vaak ellende.
Doktertje, spoedplein, opname, infuusje, mobiel team in Rapid Responder en o ja de huisarts. Het organiseren van testen, kweekjes en uiteenlopende AB kuren en frustratie, vormen ’n goedgevulde dagbesteding. M’n oorspronkelijke knutselpassies kwamen niet meer aan bod, al was alle hondengelebber ‘n troostend welkom.
Als ‘n heus manneke pis zakte me de moed steeds verder in m’n schoenen die ik gemakshalve maar niet meer dicht veterde. Dromen over het bouwen van b.v. “tiny housjes” voor de honden werden bedrog en uitgezochte klusgereedschappen schrapte ik maar weer uit de winkelwagentjes. “die zal ik vast nooit meer nodig hebben” was mijn sfeer en overtuiging inmiddels🥴.
Aanvullend geplaagd door schuldgevoel over het extra gedoe voor m’n aangetrouwde mantelzorgerinnetje naast haar toch al drukke bestaan zette ’n depressie paraat en de dip compleet.
Hoe nu verder? Komt er nog een verder of gaat papa hieraan ten onder…? Mezelf kennende vergaat mijn soort onkruid zomaar niet al moeten mama natuur en de farmaceuten wel meewerken natuurlijk. Het gezeik wordt al wat beter en het lopen ook, al is vierdaagse nog wat te hoog gegrepen. Alleen de vertwijfeling is nog aan het freestylen. Immers de strijd om eerdere trammelant te overwinnen wordt steeds weer gedwarsboomd door nieuwe ongein…
Maar ja, als ik dan weer hoor wat ’n ander voor de kiezen krijgt denk ik, “ik ben ’n zeikerd”.