…paastranen…

Er is natuurlijk vreselijk veel om te huilen in deze wereld, dat weet ik ook wel. En echt niet alleen met Pasen of welk “vrede op aarde” feest dan ook. 

Maar voor mij was het 2e Paasdag even; ja doeiii, nu even niet hoor. Momentje voor mezelf zeg maar. Eindelijk na al die jaren lock up door lock down, er eens even lekker uit, en masse met ’n kluppie naar de vreetschuur voor ‘n luxe Paasbrunch.

Met z’n zessen naar de Toekan, die heel vreemd van de Valk heet, maar dat terzijde. Sinds ze daar van ’n leerling hoorden dat je bloemkool niet tot snot moet koken, is eigenlijk alle food er behoorlijk op vooruit gegaan. Dat mag gezegd worden.

Keurig alles hoor en ondanks de drukte perfect geregeld en zeer beleefd geholpen door de “meester”, zijn leerlingen en ’n boven zichzelf uitstijgende gezel, dus kei gezellig en erg lekker. Zelfs als je ergens pukkeltjes van krijgt regelt de keukenprins van de dag een royaal alternatief.

Geen klagen en alleen maar genieten, dus waar dan die Paastranen vandaan komen? Oké maar dan moet ik wel even op de zielige toer:

Als je me kent weet je dat ik mezelf een wrak vind. Dat is pure zelfkennis want zo zie ik er ook uit en mijn huilspiegel reflecteert op afroep feilloos mijn zelfbeeld. In al mijn wrakkigheid ben ik behoorlijk beperkt in o.a. lopen, doen en laten. Dus kan ik eigenlijk alleen maar eten, drinken en me wat verplaatsen. Qua motoriek dan, want denken, praten en andere cognitieve vaardigheden doen het nog prima, als ik mezelf mag geloven.

Maar goed: eten dus! Ik word thuis, maar ook daar ter plaatse bevoorraad door mijn schattige mantelzorgeresje. Zo lief altijd, ze doet alles voor me, eerst ik en dan zij zelf. Kijk, en daar begin ik al te kraken in m’n kop, zo intens raakt het me. Ze snijdt de hompen brood, vis en vlees in hapklare brokken als het moet, en voorkomt daarmee dat ik bij iets te gulzig snaaien de moord stik door mijn stembandverlamming.

Echt hoor, ik zit volop te genieten en te kanen, maar tegelijk is er de confrontatie met totale afhankelijkheid door mijn ziekte. Liefdevol gevoed (nee niet gevoerd) door “mun” schatje zoals je soms leest in laaggeletterde postjes op de sociale media. Ook als ze me nog even naar kamer 100 begeleid, omdat ik anders bij vreemden in de eiersalade beland… Ja… dan is er bijna geen houden meer aan en komen er een paar.

Pa’s tranen: alle frustratie, pijn, confrontatie en beperking symboliserend. Niet eens echt vreselijk huilen(gelukkig), maar door de reeks aan hersenkrakers stopt die emotie simpelweg niet, die moet er perse uit. Gevolg is ’n vertrokken en aangedaan smoelwerk, waar ik ff niet mee kan eten.

Tot slot, ook ten gevolge van de aangedane stemband nog even flink niezen, net op tijd de andere kant opdraaiend en dan kan ik me weer mengen in de tafelpret. Ik geniet van veel, lach me een breuk om niks en vreet als ’n nieuwe…

Die oncontroleerbare emoties soms moet ik maar gewoon voor lief nemen.