…paardenbloemen…

De vierdaagse kan weer dus ben ik volop aan het oefenen… Begonnen met 25 meter per dag en inmiddels opgebouwd naar 3x per week 300 meter. Van huis naar ons werkterrein “Hondenheuvel” is precies 300 meter. 

In zo’n half uur loop ik daar naar toe. Nou ja, lopen… behoedzaam en voetje voor voetje om niet op m’n plaat te gaan, en ondersteund door m’n toverstafje.

Lichamelijk aardig in de vernieling als gevolg van een kwartetje CVA ’s oftewel herseninfarcten, is het vrijwel dagelijks wipwappen in een poging de toekomst en/of het hiernamaals te bereiken. Stilzitten of bankhangen zijn nooit zo mijn ding geweest maar in de huidige situatie doet mijn geest wel veel meer dan mijn lijf, dus is in mijn geval “zitten” toch nog een werkwoord..

De spreekwoordelijke “rust-roest” effecten zijn juist in deze omstandigheden gevaarlijk actueel. Immers als het lopen amper gaat en het lijf moe is van wat het verder mankeert, is gaan zitten of blijven liggen vaak een zielig automatisme.

Het beperkte therapeutisch onderhoudsprogramma van 2 x per week 20 minuten, wilde ik enerzijds graag fors uitbreiden, terwijl ik er aan de andere kant te moe voor was of er geen tijd voor had vanwege drukte in ons bedrijf, ja hoor ik werk nog steeds.

Weliswaar is echt uitvoerend werken er niet meer bij maar ik bedenk van alles, ontwikkel beleid, hou onze website op orde, doe de communicatie met onze klanten en ik verzin de ene na de andere verbetering voor onze professionele hondenspeeltuin.

Als ik dit optel bij het toezicht houden op, en wat spelen met de thuisblijvertjes heb ik nog een leuke en nuttige dagbesteding en kom ik tenminste nog iets in beweging. Mijn nachtbesteding bestaat uit wat slapen en verhalen schrijven voor mijn zieke blogsite. Dus wat je nu leest is nachtwerk.

Zelfs ’n middagdut van 2 uur maakt deel uit van m’n dag vulling, want terwijl ik mezelf in zwijm laat vallen, maken de honden er ‘n stapelbed van door er maar bij op te springen. Daar dagdroom ik dan weer bij het nog leuk te vinden ook.

Bij het uitrekken door zo’n beest steekt er met regelmaat een ‘n poot in m’n oog maar ach, m’n luikjes zijn toch (tijdelijk) dicht. En dan tegen de heelmeesters maar beweren dat ik overdag voldoende rust neem.

Wil ik opstaan moet ik me eerst een weg banen langs verongelijkte honden smoelen, die toch ook al snel door krijgen dat ze moeten opzouten. Maar dan ben ik ook weer in de benen.

Een hele drukte op deze hoge leeftijd want ik ben eerder fossiel te noemen dan bejaarde… Maar het is mijn leven, zo wil ik leven en gelukkig kan ik nog zo leven. Al is de finish van mijn wandeling toch wel aanstaande hoor. Maar goed; eerst nog even oefenen.

Wie er bij mijn finish staan te kijken weet ik niet maar tegen die tijd doe je me meer plezier met ’n bosje paardenbloemen, want gladiool ben ik al genoeg.