SMK column

Na drie weken ziekenhuis eindelijk naar de zo vurig verlangde vervolgopleiding in SMK. 

Na een “neemt u plaats” opnieuw op een brancard gegespt en met het gloednieuwe “ziekeboesje” (zoals een donker getinte meneer het noemde) naar het therapeutisch sportpaleis gereden.

Weliswaar geen sirenes deze reis maar dat feestje hadden we al gehad, en is bovendien ‘n stuk duurder.

Mijn komst leek voorbereid want de deuren stonden open en alle mensen, die dat nog konden, keken blij… Langs ‘n op erehaag lijkende mensenmassa naar de afdeling gereden waar een blijkbaar heel hoge witjas mij het regime in masseerde, want ik mocht vooral ook ‘n hoop niet….

Geeft niet, het gaat nu om andere zaken. Want hoe krakkemikkig je er ook binnen komt, met hun professie kom je snel weer in beweging. En na het nodige zweet en kreunwerk ondersteund met ‘n riedeltje anabole, kikker je er weer zo de trap op…. Hun kennis en vaardigheid scheelt  je maar zo een reisje Lourdes, zal ik maar zeggen…

Tot zover de eerste indruk en nu maar snel wennen aan mijn nieuwe onderkomen voor de nabije maanden.

Als je nou echt van dit soort gezelligheid houdt is het wel ’n leuk zaaltje zo met die vier bedden. Privacy is geregeld met een design gordijntje en voor de rest moet je ongewenste geluiden buiten sluiten door een koptelefoon met harde muziek. Ook ’s nachts want scheten en snurken slapen niet.

Daarnaast blijkt het onontkoombaar dat bezoekers van kamergenoten zich altijd gretig en onzeker lachend ook met mij willen bemoeien… Die verplichte contactpogingen ontwijk ik door op de vlucht te slaan als ik ze opmerk…

bipswassing

Ook mocht ik kennis maken met soms zwaar irritante stagiaires, die of geen zin hadden of vaak vergaten tijdens het kwekken en appen het gordijn van de hoogbejaarde buurvrouw te sluiten gedurende de bipswassing. Dan moet je echt heel snel je kop omdraaien anders staat de rest van je leven een gevlekt kruis op je netvlies gegraveerd.

Maar goed CZ betaald dus niet zeuren… Hoewel het artsen wel zou sieren als ze ontlastingsproblematiek van beschadigde zaalgenoten niet met schelle stem door de ether blijven smijten maar daar even voor apart gaan of fluisteren.

Nou ja verder wordt je aangedane zaakje door de tijd heen gepokt en gemazeld door ’n legertje peuten, logen en doktoren en merk je dat er een fors kwaliteitsverschil in verplegend personeel is…

Er zitten enorm gemotiveerde lieverds bij maar ook vreselijke draken, die zich wanen in ‘n wit machtskostuum. Wellicht bij de Poolse schoonmaakploegen zouden ze beter op hun plek zitten want er komt ook niet alleen ABN uit hun gorgelende keeltjes.

Ik was over het algemeen zeer onder de indruk van de zorgvuldigheid waarmee fysio- en ergotherapeuten hun dansje doen en andere betrokkenen een overtuigende bijdrage proberen te leveren aan mijn herstel….

Maar ook hier is niet alles goud wat er blinkt en als je eigen verstand het nog een beetje doet en je begrijp-hersens niet zijn aangetast, merk je toch dat er heel wat planken worden misgeslagen, die eerst bij iemand voor de kop zaten.

diagnose

Alleen al het neerbuigend kinderlijke toontje wat met grote regelmaat tegen je praat alsof je in een wieg ligt “bah” te doen. Of als tijdens het ontbijt een “hulpdoktertje” aanwijst wat boter is en hoe jam er uit ziet en die een glas voor je ogen houdt met de kristal heldere diagnose: “dit is een glas”.

Bij het plakje koek kon ik me niet meer bedwingen tegen haar te zeggen dat ik meende ’n baksteen in te zitten smeren met boter….

Het werd nog gekker, toen ik op You-tube een manier gevonden had om met één hand mijn veters te strikken….. Trots als ik was werd me die euforie snel ontnomen toen ’n Dracula zei: Nee meneer Slachtoffer, zo doen wij dat niet hier….. Heeft u dat niet geleerd nog? U moet die veter eerst zo en dan zo…. (en waar gebeurd hoor!)

Mevrouw…(pauze om adem te halen)… mag ik alstublieft en godverdomme zelf bepalen hoe ik mijn veters strik? Ik ben een volle dag bezig geweest om dit in mijn kreupele vingers te krijgen en dan zou het nu fout zijn…? Met ‘n nog amper hoorbare, maar beslist infantiele, pruttel tussen haar rode lippen vandaan, trippelde ze driftig de gang weer op…

Ach, niet zeuren denk ik inmiddels. Ik wen snel aan m’n lot en m’n behandelaars langzamerhand ook aan mij. Zo door de maanden heen groeit er zelfs ’n stevige band met enkelen. De rest daar doe je het dan maar mee, nou ja niet echt natuurlijk.

Blij de kliniek inmiddels te hebben verlaten om gelukkig weer thuis te wonen, maar ik zal het zeker ook missen, inclusief de dingen waar ik mijn ergernis zo heerlijk mee kon strelen.